Wat zijn sprookjes?

Sprookjes kunnen je innerlijk in beweging brengen:  ze kunnen ‘het kind’ in je weer opwekken en de zogenaamde ‘kinderlijke’ vermogens:
onbevangenheid, beweeglijkheid, het vermogen vragen te stellen, liefde voor het leven, verbondenheid met de wereld om ons heen, fantasie.[1]

Bert Voorhoeve

 

Sprookjes vertellen over beelden, beelden die in ieder mens leven en die het innerlijk van de mens beschrijven. De zielenstemming van de mens, menselijke karaktereigenschappen en de ontwikkelingsfasen van de mens. Sprookjes en kinderen zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. In een sprookje is alles waar en dat wil een (jong) kind ook. Is het waar dat…

In sprookjes komt alles weer goed, dat wil een jong kind ook. Ervaren dat de wereld goed is. Dit betekent niet dat kinderen ‘het niet goede’ niet mogen ontmoeten in het opgroeien, het betekent dat kinderen in alles ‘een zingeving’ ervaren of een ‘weer heel maken van’ ervaren. Als een jong kind een kopje stuk laat vallen is dat jammer van het kopje. We kunnen het proberen te repareren, het liefst waar het kind bij is of we kunnen het opruimen en zeggen; ‘scherven brengen geluk’. De grondhouding van het jonge kind tussen 0-7 jaar is dan ook: de wereld is goed. De licht wereld waar het kind uit geboren is wordt op de aardewereld nog een tijd doorlicht: het goede liefdevolle licht is alom aanwezig en langzaam aan kom je in de aardse materie aan.

De grondhouding in de opvoeding van het kind tussen 7-14 jaar is ‘de wereld is waar’.

In sprookjes wordt vertelt over het leven en de ontwikkeling van de mens. In sprookjes horen kinderen over de weg die je als mens aflegt.   
Kinderen krijgen beelden mee die laten zien dat iedere tegenslag overwonnen kan worden. Het boze hoort ook bij het leven net als het goede. De mens wordt opgeroepen om op weg te blijven om zo de ontwikkeling te laten ontwikkelen.

Sprookjes stimuleren de fantasie. In het kind wordt een bron aangeboord die in het latere leven  aangesproken kan worden als er op het levenspad nood is aan steun, bemoediging. Sprookjes ploegen de innerlijke akker om in het kind opdat het levenszaad er kan ontkiemen. Dit vraagt geduld en vertrouwen maar eens zal het kind sprookjes vruchten/ levensvruchten van wijsheid kunnen oogsten. Een kind verbindt van nature de sprookjesbeelden met het leven van alledag.
Dit hoor je terug in de beelden van het spel van de kinderen: ‘en dan kwam de prins en die kuste jou weer levend..’.

Verschil tussen volkssprookjes en cultuursprookjes

Cultuursprookjes zijn sprookjes die (in de huidige tijd) door iemand bedacht zijn.  Volkssprookjes zijn sprookjes waarvan niemand precies weet wanneer ze zijn ontstaan. Ze stammen uit tijden die ver achter ons liggen. Tijden waarin mensen een andere verbinding met de aardewereld en hemelwereld hadden. De mensen hoorden de hemelwereld nog boodschappen geven, zagen in de natuur wezens die zorgen voor de ritmische processen van groeien, bloeien, zaadvormen en sterven, de elementaire wezens.

Volkssprookjes vertellen in beelden over de ontwikkeling die de mensheid is gegaan en die ieder mens als individu, in vrijheid, kan gaan. In Europa zijn de volkssprookjes bekend die door  de gebroeders Grimm, Jakob (1785-1863) en Wilhelm (1786-1859) uit Duitsland zijn verzameld, in Rusland Alexander Afanasjev (1826-1871). In Noorwegen Jørgen Moe (1813-1882) en Peter Christen Absjørnsen (1812-1885) en in Finland Elias Lönnrot (1802-1884). In andere delen van de wereld kennen mensen andere

 

Waarom  (baker)sprookjes aan peuters en kleuters vertellen?

(Baker)sprookjes sluiten aan bij de behoeften aan herhaling  van peuters en kleuters. (Baker)sprookjes bouwen aan de taalontwikkeling en woordenschatontwikkeling.  Ze zijn een wezenlijk onderdeel van de literaire ontwikkeling van kinderen.

Sprookjes voor het slapen gaan…                                                

Slapen gaan is de andere wereld in gaan. De aardse wereld wordt losgelaten en de andere wereld waar ook de beelden wonen treed je als mens binnen. In bed liggen en je overgeven aan de nacht, is voor veel kinderen, onbewust een drempelervaring. Op de drempel staan van de dagelijkse, bewuste wereld en op weg gaan naar de wereld van de nacht. Het is loslaten, overgave en soms een oefening in vertrouwen als een kind de nacht (nog) spannend vindt. In bed is ook de plaats waar je als kind even alleen met je ouder bent en de dag afsluit. Een sprookje kan dan heerlijk zijn om te vertellen of voor te lezen.

Voor kinderen die moeite hebben met de dag los laten kan het een hulp zijn om eerst de dag op te ruimen. Je kunt dan terug blikken en vragen: wat was er fijn vandaag, was er ook iets dat minder fijn was. Dan is de innerlijke binnenwereld opgeruimd en tot rust gekomen en kan het sprookje voor deze kinderen beter ontvangen worden.

  [1] Bert Voorhoeve (1940), auteur van diverse boeken over sprookjes en beeldentaal, zie literatuurlijst

 

 

Vertelstof als ontwikkelingsstof

 ‘Vóór de tandenwisseling* kunnen verhalen, sprookjes enzovoort, die men aan het kind vertelt, alleen tot doel hebben, dat er vreugde, verkwikking en vrolijkheid geschonken wordt.
Na die tijd moet men er bij de vertelstof bovendien nog op letten, dat voor de ziel van de jonge mens levensbeelden worden opgeroepen, die hij met geestdrift wil navolgen.’

Citaat uit: De opvoeding van het kind in het licht van de antroposofie Rudolf Steiner[1]

*Opmerking: in de tijd dat Steiner opvoeders op deze gedachte wees, wisselde de meeste kinderen rond zes en een half/zeven jaar hun eerste tand. In de huidige tijd wisselen kinderen soms voor de vijfde verjaardag tanden. Opvoeders wordt gevraag het kind goed waar te nemen om keuzes te maken   welk verhaal wanneer te vertellen.

Verhalen die aansluiten bij de ontwikkelingsfase waar een kind zich in bevindt, zijn voeding voor de opbouw van de innerlijke binnenwereld. Een binnenwereld waarin het kind ook de eigen persoon ontwikkelt en ervaart. Een innerlijke binnenwereld waarin het kind en later de volwassene ten alle tijden zich in kan terug trekken, waar het veilig en warm is ( als er zich een gezonde innerlijke binnen wereld heeft opgebouwd met inspirerende, rijke, levendige beelden!). Verhalen bouwen aan menswording. Verhalen zijn in latere leeftijdsfasen de appeltjes voor de dorst op momenten dat biografische vraagstukken zich aandienen. Verhalen maken de wereld anders, ook de eigen innerlijke binnenwereld.

Iedere leeftijdsfase heeft behoefte aan andere verhalen.

Baby’s en dreumessen

Baby’s en dreumessen (kinderen tot ongeveer twee een half jaar) genieten van liedjes die voor hen gezongen worden, eenvoudige prentenboekjes, kietelspelletjes, kiekeboespelletjes,  en het uitspelen van hele kleine, eenvoudige verhaaltjes zoals een eekhoorn die een nootje zoekt, vindt en opkrabbelt.

Peuters

Peuters genieten van bakersprookjes, herhaalverhaaltjes stapelversjes , nonsensversjes, rijmpjes en eenvoudige prenten- en voorleesboeken. Deze bouwen aan een rijke taalontwikkeling en bevorderen ondermeer het leren luisteren naar een verhaal. In deze fase vormt gewoontevorming bij het beleven van taal aan het uiteindelijk worden van een liefhebber van verhalen en andere literaire vormen.

Kleuters

Alle volkssprookjes zijn geschikt om te vertellen aan een kind mits je er zelf de juiste beelden bij hebt en terug houdt in het (moreel) invullen van de beelden. Kinderen voelen de moeite die jij hebt met een beeld in een sprookje aan en worden dan zelf ook bang voor dit beeld. Jonge kinderen voelen de emoties en oordelen van een volwassene feilloos aan.

Sprookjes zou je zo ‘moeten’ vertellen dat je als een bemiddelaar bent tussen de beeldenwereld en het kind. Dan kan het kind zelf de beelden invullen en kleuren. Voor het ontwikkelen van een eigen beeldenwereld is het van belang dat het kind zo min mogelijk opgezadeld wordt met door volwassene uitgekauwde beelden die af zijn en weinig tot niets tot de eigen verbeelding over laten. We kunnen dan denken aan de Teletubbies, Pokemon ed. Deze beelden zijn er nu eenmaal , de vraag aan de opvoeder kan zijn: voed mij met echte vrije ware beelden.

 

[1] Rudolf Steiner  grondlegger van de antroposofie ( 1861-1925)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *