Waarnemingen en gedachten over Egyptische diergoden cultus en helpende dieren in de Europese sprookjes.
Tekst & foto’s: Christja Mees – Henny
De gans
De Gans is een God van de aarde en van de vruchtbaarheid
De bij en het riet————————————–
Maat met levensteken en zon
Veer van Maat——————————————
De gans= zoon van God en de zon——————-
Horus met zon en levensteken———————–
Vereniging van boven en Beneden Egypte————
Kromstaf ————————————————–
Detail van cartouche koning Ramses III. Gans en zon=zoon van Re (zonnegod)
De gans representeert ook God Amon.
De gans in het sprookje
De gans beweegt zich in vier rijken: leeft in eigen lichaam warmte, loopt op de aarde, zwemt in het water, en vliegt door de lucht.
Grimm nr. 64 Sprookje De gouden gans.
Een man heeft drie zonen. De jongste wordt als domoor aangezien.
Ze gaan alle drie het bos in om hout te hakken, en ontmoeten daar een oud grijs mannetje die hen goede dag zegt en vraag het meegebrachte middageten met hem te delen. De twee oudsten weigeren dat, en dat brengt hen ongeluk.
De jongste echter vindt het een van zelfsprekende zaak en deelt zijn middagmaal met hem. Daarop vindt hij als beloning tussen de wortels van een boom die hij om moet hakken een goud gevederde gans.
Die gouden gans heeft een geweldige aantrekkingskracht, iedereen die er naar reikt kleeft er aan vast.
Dat maakt een koningsdochter die nooit kon lachen aan het schateren en daardoor zou hij het recht hebben om met haar te huwen. Maar haar vader de koning wil dat hij eerst drie opdrachten tot een goed einde brengt. De eerste opdracht is dat hij moet iemand vinden, die voor hem een kelder vol wijn leeg drinkt; de tweede, dat hij een broodberg opeet, en voor de derde opdracht moet hij de koning een schip bezorgen dat over land én over de zee kan varen.
Het oude grijze mannetje in het bos zorgt er voor dat hij aan deze bijna onuitvoerbare eisen kan voldoen, en zo huwt hij tenslotte toch de koningsdochter
en dit alles is uiteindelijk te danken aan zijn gouden gans die dit allemaal teweeg heeft gebracht.
Grimm. Nr.179 Sprookje De ganzenhoedster bij de bron.
Een koningsdochter heeft haar vader zo lief als het zout, omdat zonder zout geen enkel gerecht smaakt. Dit kwetst haar vader, de koning en zij wordt verstoten. Wat moet ze nu doen? Na enige tijd vindt zij een plek waar ze mag komen werken.
Zij hoedt drie jaar lang, in de gedaante van een boerenmeid de ganzen op een verlaten plek boven op een berg bij een oude heks, die uiteindelijk een wijze bescherm vrouw blijkt te zijn. Zij schreit parels i.p.v. tranen van verdriet omdat zij het huis van haar vader moest verlaten.
Als zij wordt teruggevonden door een knappe jonge man, die zich heel wat moeite moet getroosten om met de oude heks op de rug de berg op te komen, weet hij haar uit de betovering te verlossen.
Zij krijgt haar eigen gestalte van koningsdochter weer terug en dan blijken alle sneeuw witte ganzen betoverde meisjes te zijn.
Het thema dat de ziel de gedaante van een vogel aanneemt kom je vaker tegenbekend zijn bijv. de Griekse harpijen.
In sprookjes kan je dit thema ook terugvinden bij de sprookje verzamelt door de gebroeders Grimm o.a. in:
nr: 49 De zes zwanen.
nr:25 De zeven raven.
nr:123 De oude vrouw in het bos.
nr.89 De ganzenhoedster.
nr.86 De vos en de ganzen.