Eeuwenoude vertelling – inleiding
Doornroosje is een eeuwenoude vertelling over dood, slaap en opwekking uit de slaap.
Een verhaal met een lange voorgeschiedenis, dat diverse malen is bewerkt en verwerkt — van ballet tot musical. Tsjaikovski componeerde de muziek voor een Doornroosje-ballet— voor het eerst in 1890 opgevoerd in het keizerlijke theater van Sint-Petersburg. Zijn muziek zou vervolgens weer gebruikt worden in de avondvullende tekenfilm Sleeping Beauty van Walt Disney (1958).
Hoe oud het verhaal precies is, durven onderzoekers niet met zekerheid te stellen. Het stamt in ieder geval uit de middeleeuwen, en is dus op zijn minst zes eeuwen oud. Delen komen we tegen in het verhaal van de slapende Brunhilde uit de Vôlsunga-saga uit IJsland (dertiende eeuw)
Het verhaal wordt voor het eerst compleet verteld in 1340 in de Franse ridderroman Perceforest. In 1634 volgt de Italiaanse versie in de sprookjesbundel Pentamerone van dichter en sprookjesverzamelaar Giambattiste Basile.
Volgens hem werden sprookjes als deze in zijn tijd nog verteld op Kreta en in Venetië.
Wereldberoemd zou het verhaal echter pas worden met het verschijnen van de Franse bundel Sprookjes van moeder de Gans van Perrault in 1697. In zijn versie heette het: De schone slaapster in het bos. Maar toen kwamen in 1812 de gebroeders Grimm met hun versie, die zij Doornroosje noemden Sindsdien is het sprookje niet meer weg te denken uit ons collectieve geheugen.
Doornroosje in de uitleg van Marko Pogačnik
Gevraagd naar één sprookje dat ons kan helpen om de tijd waarin we leven beter te begrijpen, komt Marko Pogačnik met Doornroosje.
‘Nadat we ruim vijfhonderd jaar hebben geslapen in het tijdperk van een overwegend patriarchale cultuur van de logica en een focus op meer-meer-meer, komt de tijd dat we als mens weer wakker aan het worden zijn. Doornroosje geeft ons de geruststellende zekerheid dat er een einde zal komen aan de huidige slaap van de mensheid.’
Oorspronkelijk, zegt Marko Pogačnik, waren de sprookjes van de gebroeders Grimm, die we nu kennen als geïllustreerde kinderboeken, helemaal niet bedoeld voor kinderen. Eeuwenlang deden ze de ronde onder volwassenen.
Als de mensen op het platteland klaar waren met hun werk op het land en in de keuken, zegt Marko Pogačnik in zijn in september 2024 verschenen boek ‘Grimms Märchen entschlüsselt’, laafden ze zich aan de van generatie op generatie in de volkstaal doorvertelde verhalen. Volgens hem bevatten deze oude vertellingen vaak ‘een verborgen schat aan inzichten die ten tijde van hun ontstaan als ketters werd beschouwd en door de heersende culturele regels of religieuze dogma’s werden onderdrukt’.
Dit geldt ook voor de sprookjes van de gebroeders Grimm, die een aantal verhalen verzamelden ‘die het negentiende-eeuwse tijdperk van de rede overleefden in de vorm van kindersprookjes’. Hij zegt het zo: ‘In een tijd waarin de rationele kijk op het leven de mysteries van het bestaan tussen aarde en hemel bijna volledig onderdrukte, behielden de oeroude overleveringen twee eeuwen lang hun magie en kracht door de harten van kinderen te raken’.
Beeldtaal
Het mooie van sprookjes, aldus Pogačnik, is dat ze in beeldtaal overbrengen wat mensen beweegt. Zoals het vraagstuk van de onttovering van de wereld. De vraag hoe het komt dat we leven in een tijdperk van toenemende vervreemding — niet alleen ten opzichte van elkaar, maar ook ten opzichte van de andere wezens op aarde, waaronder — niet te vergeten — de elementenwezens (‘wier aanwezigheid voor onze verre voorouders nog een vanzelfsprekendheid was’)
Doornroosje opent met het verlangen van een koning en een koningin naar een kind.
‘Een koning of een koningin in een sprookje geeft ons meteen al een belangrijke aanwijzing. Als zij opduiken is dat een verwijzing naar een volmaakter of ‘hoger’ niveau van het menselijk bestaan.
Een dimensie voorbij tijd en ruimte die de fysieke wereld mogelijk maakt en overstijgt.’
Gelijk al aan het begin van Doornroosje, zegt Marko Pogačnik, wordt ons getoond dat de conceptie alleen mogelijk is dankzij de medewerking van een elementenwezen: ‘Hoe graag de koning en koningin ook een kind willen, de ziel van Doornroosje kan niet op aarde incarneren zonder de medewerking van de elementenwereld.’
Dertiende fee
Een sleutelmoment in het verhaal is vervolgens het besluit van de koning om de dertiende fee niet uit te nodigen. Want natuurlijk, zegt Pogačnik, heeft de koning wél een dertiende gouden bord! Maar hij wil het bij twaalf houden.
‘Twaalf is het getal van het zonnejaar met zijn twaalf maanden, terwijl een maanjaar dertien opeenvolgende fasen van wassende en afnemende maan telt. Een cyclus waarmee oudere culturen vertrouwd waren.
‘Eigenlijk telt een jaar dus dertien maanden, maar de dertiende maand is in patriarchale culturen verdeeld onder de andere twaalf, waarmee de ‘dertien’ voor onze ogen verborgen wordt, zoals de koning ook het bestaan van de dertiende fee ontkent.’
De afwijzing van de dertiende fee hoort voor Pogačnik symbolisch bij het tijdsgewricht waarin we leven — de nog altijd voortdurende onderdrukking van het vrouwelijke principe en het domineren van mannelijke krachten.
Op zich, zegt Pogačnik, lijkt er weinig mis met de mannelijke gerichtheid op winst, blijvende economische groei, eeuwige vrede en het nastreven van het goede. Positieve deugden. Ze hebben alleen niet het gewenste effect.
Goede bedoelingen alleen slaan gemakkelijk om in hun tegendeel. Waarom? Omdat deze deugden in afwezigheid van het cyclische principe alleen met geweld kunnen worden afgedwongen. ‘In patriarchale culturen verandert de zoektocht naar eeuwige vrede derhalve in eeuwige oorlogen.
Kijk naar de wereld om ons heen!
‘Zonder de dertiende fee wordt de levenspool zwakker en zwakker, om geleidelijk af te sterven, zoals we vandaag de dag ervaren met de zogeheten klimaatverandering. De doodsvoorspelling van de dertiende wijze vrouw herinnert ons eraan dat de onderdrukking van het vrouwelijke principe zich uiteindelijk zal wreken.’
Menselijke fouten
Gelukkig kan de twaalfde witte fee — die aanwezig was bij de symbolische geboorte van ons als nieuwe mens — de ban van de dertiende in de tijd opheffen, door haar gift van het cyclische leven. Ze verschijnt als een symbool van goddelijke genade.
Ze brengt ons de boodschap, aldus Marko Pogačnik, dat menselijke fouten of vergissingen uiteindelijk niet fataal hoeven te zijn.
Een stapje achteruit: ‘ Van alle vreugden die het leven ons geeft, is de allergrootste vreugde toch in het leven te mogen leren — uit te vinden wat ‘echt’ is en wat ‘onwaar’ is; of zelfs wat het tegendeel van ‘waarheid’ is.
Zelfs onplezierige ervaringen zijn belangrijk voor onze ontwikkeling — tenminste, zolang we ze innerlijk verwerkt hebben.’
Op haar vijftiende levensjaar is het meisje alleen in het kasteel en dwaalt naar hartenlust rond. Het is geen toeval, aldus Pogačnik, dat de dan volgende tragische gebeurtenis plaatsvindt in een oude, vergeten toren en dat het meisje hier stuit op een spinnende vrouw die zo oud lijkt als de aarde.
We hebben hier te maken, zegt hij, met de herinnering aan oude culturen die het cyclische principe van het leven respecteerden en ernaar leefden.
‘Tijdens het spinnen wordt een warrige bol wol, symbool van chaos, getransformeerd tot een mooi geordende wollen draad die geschikt is voor het weven van het weefsel van het leven.’
Diepe slaap
De slaaptoestand die het hele kasteel vervolgens overvalt, laat ons zien dat de manier waarop we als mensheid naar het leven kijken ook van beslissende betekenis is voor de toestand waarin de wereld zich bevindt.
Vertelt het sprookje ons niet, zegt hij, dat de honden op de binnenplaats van het kasteel en de vliegen op de muur tegelijk met de prinses in slaap vallen? Het is dus niet alleen de mens die in slaap valt. ‘Het sprookje drukt uit dat ook de natuur meegetrokken wordt in de diepe slaap van het beperkte bewustzijn.’
De slotscène van Doornroosje laat ons zien dat het onheil van het patriarchale tijdperk niet tot in lengte van dagen zal voortduren. ‘We hoeven niet eeuwig te zuchten onder arrogante heersers en tot de tanden bewapende sterke mannen, en onrechtvaardige sociale systemen te verduren die de rijken rijker en de armen rijker maken. ‘De symboliek van de ‘honderd jaar’ geeft aan dat er op een gegeven moment een einde komt aan dit tijdperk.
En dat wij mensen, plus alle andere wezens op deze aarde, in het lopende tijdperk een zekere, vaak onplezierige, maar tegelijk ook essentiële ervaring voor onze kiezen krijgen — die evenwel niet langer dan ‘honderd jaar’ zal duren.
‘Er gloort hoop in dit verhaal. We staan op de drempel van het derde millennium. Er zijn kosmische processen gaande die onze zelf gebouwde gevangenis weer openen.
Ondertussen wordt van ons gevraagd ons hart te openen — als gevoelig instrument, om al die onzichtbare invloeden een plek te geven in ons dagelijks leven.’
Dit artikel verscheen in het tijdschrift Vruchtbare Aarde nr 3, 2024.
Vier keer per jaar zoekt Vruchtbare Aarde naar dwarsverbanden en samenhangen.
Website vruchtbareaarde.nl
Marko Pogačnik: Grimms Märchen entschlüsselt:
Kostbare Botschaften aus alter für die neue Zeit
Verlag Neu Erde- ISBN 978-3-89060-875-4